Datastructuren
Cijferregeling
Onderdelen van de toetsing
Datastructuren wordt getoetst in
- Twee toetsen, T1 en T2:
Je moet beide toetsen maken en je krijgt daarvoor
een cijfer tussen 0,1 en 10.
Let op: De toetsen zijn Gesloten Boek,
je mag dus geen literatuur of aantekeningen gebruiken!
Corona aanvulling:
De thuistoetsen via Blackboard zijn juist Open Boek!
- Twee huiswerksets, H1 en H2:
De huiswerksets zijn niet verplicht,
maar tellen wel voor een deel van je cijfer.
Als je huiswerk maakt, kijk je ook huiswerk van een ander team na.
- Zeven programmeeropdrachten, P:
Van de zeven opdrachten moet je er minstens vijf maken
(dwz., het programma schrijven en op tijd en succesvol inleveren in DomJudge).
Inleveren kan alleen via DomJudge;
dus als het via DomJudge niet is gelukt,
svp. geen programma's naar de docent (of anderen) mailen!
Voor de opdrachten krijg je geen cijfer.
Alleen het aantal succesvol ingeleverde opdrachten telt,
dit is je getal P.
- Het muKP, M:
Het klein programmeerkampioenschap is geen activiteit
van Datastructuren maar van AEs2.
Het aantal opdrachten dat je daar af krijgt is je M (max. 3).
Corona aanvulling:
Mocht het muKP niet doorgaan vanwege Corona,
dan krijgen jullie allemaal M=1.
Je krijgt voor Datastructuren een Eindcijfer (getal) als
je beide toetsen hebt gedaan (T1 * T2 > 0) en
vijf of meer programmeeropdrachten (P > 4).
Heb je dat niet,
maar wel minstens 1 toets en minstens 3 programmeeropdrachten,
dan krijg je een voorlopige Eindbeoordeling AANV,
en mag je meedoen aan de reparatietoetsing.
Lees hoe we je informeren over je resultaten.
Berekening van het Eindcijfer
De twee toetsen en huiswerkopdrachten
worden gewogen gemiddeld.
Met 6 of 7 voltooide programmeeropdrachten krijg je een bonus
van een halve of hele punt.
Voor deelname aan het
muKP
kun je ook een bonus krijgen
van 0,2 per goede inlevering (M, max. 3):
B = (P-5)/2 + M/5.
Je eindcijfer is het gemiddelde van de toetsen
en huiswerk plus bonus, volgens de OER afgerond:
E = AFROND(0,45*(T1+T2) + 0,05*(H1+H2) + B).
De OER-afronding betekent dat er tussen 5 en 6 niets bestaat,
en onder de 1 ook niet,
en daarbuiten op tienden wordt afgerond.
Het eindcijfer E moet minstens 6 zijn,
dan ben je geslaagd voor Datastructuren.
(Je bent dus geslaagd met een "onafgerond cijfer" vanaf 5,5.)
Geen eindcijfer? Niet gehaald? Repareren!
Met eindcijfer lager dan 4 mag je niet repareren.
Je mag aan de reparatietoetsing meedoen
met een eindcijfer tussen 4 en 5 hebt gehaald.
Als je een 6 of hoger hebt gehaald, mag je niet repareren.
Als je nog geen cijfer hebt gekregen,
mag je repareren wanneer je drie opdrachten en
èèn toets hebt gedaan.
In dat geval (P > 2 && T1 + T2 > 0) is je uitslag AANV.
Heb je minder dan drie opdrachten gemaakt
of geen toets, dan is je uitslag NVD of ND,
je hebt het vak dan niet gehaald en mag niet repareren.
Als reparatietoetsing maak je een toets (T1 of T2) opnieuw
en/of maak je opdrachten af.
Het huiswerk telt maar 10% mee
en je kunt dit niet in de reparatie doen.
De berekening van het eindcijfer is dan als boven.
Voor de hertoets of het reparatieprogrammeren
hoef je je niet op te geven.
Als je mag repareren, ga ik ervan uit dat je dit doet.
Bedenk wel vantevoren welke toets je gaat doen,
en begin op tijd met programmeren!
Oude toetsen
Hier staan enkele toetsen die al geweest zijn bij Datastructuren.
De toetsen staan hier alleen zonder uitwerkingen.
Antwoorden zijn bijna allemaal te vinden
in de WerkCollege-opgavensets,
wanneer die met antwoorden zijn geplaatst.
2017/18:
Eerste toets,
Tweede toets,
Eerste hertoets,
Tweede hertoets.
2016/17:
Eerste toets,
Tweede toets,
Eerste hertoets,
Tweede hertoets.
2015/16:
Eerste toets,
Tweede toets,
Eerste hertoets,
Tweede hertoets.